Wil je op donderdag 24 mei goed voorbereid aan de slag?
Oefen alvast eens met ons filmpje

Straatvinken is niet moeilijk. Met dit filmpje van 2 minuten kan je al eens oefenen, zodat je de straatvinken-app of het telformulier leert te gebruiken. Oefenen op straat kan natuurlijk ook.

Hoe oefen ik?

  1. Open de Straatvinken-app en klik op ‘oefenen’. Of neem het telformulier.
  2. Vink alle passanten en vervoersmiddelen af die je ziet passeren in onderstaand filmpje.
  3. Wil je eerst nog wat teltips of twijfel je over wat te tellen, lees dan eerst de informatie onder het filmpje.
  4. Ontdek na het oefenen wat de juiste telscore is.


Vink tijdens het bekijken van dit filmpje het verkeer af via je app of het telformulier.

 

Heb ik juist geteld?

Als je 2 auto’s, 10 fietsen en 11 voetgangers hebt afgevinkt, dan heb je goed geoefend. Heb je toch een ander resultaat? Lees dan de teltips hieronder.

Hoe tel ik een bakfiets, tractor of hoverboard?

Bakfiets: Een bakfiets tellen we als één fiets. Het maakt niet uit hoeveel kinderen er inzitten.
We tellen enkel het voertuig, geen passagiers.

Ouder met kinderwagen: We vinken twee keer voetganger aan. De ouder is een voetganger en de kinderwagen is een vervoersmiddel dat telt als voetganger.

Algemene vuistregel: we tellen het aantal ‘voertuigen’, geen passagiers.

Bekijk hieronder welke vervoersmiddelen onder welk icoon vallen.

alle types vrachtwagens, tractoren, graafmachines,…
bus en tram
kleine bestelwagen, camionette en minibus
auto, zware motor, lichte bromfiets, scooter,…
fiets, elektrische fiets, tandem, bakfiets, rolstoel, elektrische scooter,…
voetganger, rolstoel, kinderwagen, skateboard, hooverboard, rolschaatsen,… (gebruikers van het voetpad)

Nog enkele teltips voor de teldag zelf

Een goede meetlocatie

  • Tel op een plaats waar het verkeer het traagst is (nabij kruispunten of rotondes, niet op de kruispunten of rotondes zelf).
  • Vermijd bus- en tramhaltes, want de in- en uitstapbewegingen kunnen de telling vertekenen. Dat geldt ook voor grote parkings.
  • Tel je in een drukke straat (bv. 2 rijvakken per richting)? Doe dat dan per twee: jij één richting en een tweede straatvink de andere richting (zie ook vragen-sectie).

Een comfortabele meetplek

  • Zorg dat je 10 minuten op voorhand op je tellocatie bent.
  • Zoek een comfortabele plaats, liefst met rugsteun.
  • Als je staat, heb je een goed overzicht.
  • Telefoneer niet tijdens het tellen.
  • Hou gesprekken met nieuwsgierige voorbijgangers kort: ‘Wij meten het verkeer. Kijk op www.straatvinken.be voor meer uitleg en de resultaten.’

Kwaliteitsvol tellen

  • Tel alles wat bij jou passeert (maak een denkbeeldige lijn over de straat).
  • Tel eerst de snellere weggebruikers, dan de tragere.
  • Oefen nog een keer.