Overslaan en naar de inhoud gaan

Over Straatvinken

Straatvinken is een jaarlijks telmoment in Vlaanderen dat nagaat hoe gezond het verkeer is in onze straten. Op een telformulier noteren burgers gedurende één uur hoeveel voetgangers, fietsers en andere voertuigen er door hun straat passeren. Wetenschappers onderwerpen de tellingen vervolgens aan een analyse. Het telmoment vindt plaats tijdens de avondspits op een donderdagavond in mei. Daarnaast brengen de deelnemende straatvinkers de bredere leefbaarheid van hun straat in kaart via straat-O-sfeer, een vragenlijst waarbij ze aangeven hoe ze hun straat beleven, wat er goed is en wat er beter kan. 

Het volgende telmoment vindt plaats op 22 mei 2025 van 17 tot 18 uur.

Straatvinken is een samenwerking tussen de Ringland Academie, de Universiteit Antwerpen en HIVA – KU Leuven. Het burgerwetenschapsproject spruit voort uit de engagementen in het Toekomstverbond, het akkoord dat de Vlaamse overheid, de stad Antwerpen en de Antwerpse burgerbewegingen in 2017 sloten voor de mobiliteit en de leefbaarheid in de Antwerpse regio. De ondertekenaars van het Toekomstverbond verbonden zich tot ambitieuze doelstellingen. Een belangrijk onderdeel daarvan is de drastische omslag naar een nieuwe mobiliteitsmix tegen 2030, een ‘modal split 50/50’. Dat betekent dat het aandeel autovervoer tegen dan moet afnemen van 70% nu tot maximaal 50% en het aandeel duurzame mobiliteit moet toenemen van 30% tot minstens 50%.

Ook in het regeerakkoord schoof de Vlaamse regering ambitieuze doelstellingen naar voren voor de modal split. Voor heel Vlaanderen is het streefcijfer 40% duurzame vervoermiddelen. In de grootstedelijke vervoerregio’s (Antwerpen, Gent en de Vlaamse Rand rond Brussel) ligt die ambitie op 50%. Door jaarlijks het verkeer te tellen kunnen burgers nagaan of het verkeer in onze straten daadwerkelijk evolueert naar een duurzame modal split.

De tellingen van Straatvinken

Met Straatvinken doen we doorsneetellingen. Daarbij tellen bewoners, scholen en organisaties in een groot aantal straten het aantal ‘bewegingen’ (van auto’s, bussen, fietsen, wandelaars,…) tijdens een welbepaald uur in de avondspits. Op die manier krijgen we een beeld van de modal split in het telgebied. 

Onze telaanpak is aanvullend op andere modal-splitmetingen door onze manier van meten, de fijnmazigheid, en de grootte van het telgebied. Bij klassieke berekeningen wordt een globaal modal-splitcijfer berekend voor een regio op basis van vragenlijsten over het verplaatsingsgedrag van bewoners en pendelaars. Dat cijfer geeft een idee van de verschillende vervoerswijzen voor een hele regio of buurt, maar niet voor de afzonderlijke straten. En dat is precies een van de voordelen van de aanpak van Straatvinken: je kan op straatniveau het effect tonen van individuele mobiliteitskeuzes door bewoners en pendelaars.

Sinds 2020 tellen we in straten in heel Vlaanderen. Dankzij duizenden burgers krijgen we een idee van de verschillen tussen straten en buurten. Met die nieuwe fijnmazige data kan Straatvinken bijdragen aan een dialoog tussen wetenschappers, beleidsmakers, burgergroeperingen en anderen. Daarnaast kunnen we elk jaar nagaan of de doelstellingen van de modal split gehaald worden. Samen met burgers houden we een vinger aan de pols. Dat is échte citizen science. 

Resultaten van eerdere edities

De leefbaarheid van onze straten met straat-O-sfeer

Burgers tellen niet alleen een uurtje het verkeer, ze worden ook gevraagd de leefbaarheidsbevraging straat-O-sfeer in te vullen. Op basis van twintig indicatoren, met aandacht voor verkeer, sociale aspecten, omgevingsfactoren en straatinrichting, krijgt elke straat een leefbaarheidsscore. De bevraging peilt bij de deelnemers ook naar hoe ze hun straat beleven. Jaar na jaar zou die leefbaarheid moeten verbeteren door het lagere aandeel van het autoverkeer. Die beleidsambitie werd verankerd in het Toekomstverbond en in de Vlaamse regeerakkoorden. 

Alles over straat-O-sfeer
Diagram

Wat betekenen modal split en modal shift?

Het woord 'modal' betekent vervoerswijze, dus het middel dat gebruikt wordt voor verplaatsingen. Denk daarbij aan auto, fiets, bus, tram of trein, en in het geval van goederentransport bijvoorbeeld binnenschip, vrachtwagen of vliegtuig. Het woord 'split' verwijst naar de verdeling van deze verplaatsingen. Zo kan in een bepaald gebied bijvoorbeeld 50% van de verplaatsingen gebeuren met de fiets, 40% met de auto en 10% met de bus. Bij Straatvinken kijken we naar de modal split op straatniveau* om aan te tonen hoe een straat gebruikt wordt door de verschillende vervoerswijzen. 

De 'modal split', of de verdeling van de vervoerswijzen, zegt iets over de vervoerswijze die gekozen wordt. De modal split berekenen is niet enkel relevant om een idee te krijgen van de verkeersdrukte, het kan ons ook iets vertellen over de uitstoot van vervuilende stoffen, de leefbaarheid van straten, de verkeersveiligheid en de toeristische aantrekkingskracht van een stad of dorp.

De modal shift geeft aan hoe de modal split jaar na jaar evolueert. Zien we bijvoorbeeld minder, of juist meer auto's in onze straten? Om tegen 2030 de mobiliteitsdoelstellingen te halen moeten we gemiddeld elk jaar opnieuw een modal shift van minstens 2 à 3 procent naar meer duurzame vervoerswijzen realiseren.

*Straatvinken hanteert een aangepaste definitie voor modal split om de impact van het verkeer op straatniveau in kaart te kunnen brengen.

Wie zit er achter Straatvinken?

Universiteit Antwerpen – Prof. dr. Thomas Vanoutrive staat in voor de wetenschappelijke begeleiding van de telcampagne en de verwerking en duiding van de teldata.
HIVA – KU Leuven – Dr. Huib Huyse staat in voor de (wetenschappelijke) coördinatie van Straatvinken, onderzoekt hoe de deelnemers aan Straatvinken het project ervaren en werkt mee aan de bevragingen over verkeersleefbaarheid.
Ringland Academie – De Ringland Academie mobiliseert een brede waaier van expertise en steunt op een team vrijwilligers die thuis zijn in projectdesign, communicatie, mobilisatie, educatie, logistiek, netwerking, fondsenwerving, enz.
 

Ondersteunende partners
Datylon – Ondersteunt bij het visualiseren van de data en het communiceren van de resultaten.
Voices That Count – Staat in voor de ontwikkeling van de leefbaarheidsbevraging.
 

Netwerkpartners
Octopusplan – Activeert scholen om de verkeersleefbaarheid in de schoolomgeving in kaart te brengen.
Telraam 
Fietsersbond
Gents MilieuFront